Hoe kun je zien?

 

Onze ogen zorgen ervoor dat wij alles om ons heen kunnen zien.
En dat is belangrijk. Bijvoorbeeld om gewaarschuwd te zijn voor gevaar.
Ook gebruiken we onze ogen om te lezen of naar een film te kijken.

Hoe werkt het oog eigenlijk? En wat kun je doen als je niet goed ziet?

Je kijkt ergens naar. Ogen vangen de lichtgolven op uit de omgeving.
De lenzen van je oog bundelen de lichtgolven. Deze bundel licht valt vervolgens op
het netvlies en wordt daar vertaald naar zenuwimpulsen. Zodra de hersenen dit verwerkt hebben,
kun je het beeld ook echt zien. Dit hele proces gaat ontzettend snel! Inzoomen en uitzoomen.
Om zowel dichtbij als ver weg scherp te kunnen zien heeft je oog twee lenzen nodig:
de buitenste en de binnenste lens. De buitenste lens bestaat uit het hoornvlies en de oogkamer.
Het hoornvlies is de stevige doorzichtige buitenkant van je oog.

Het is de eerste laag waar de lichtgolven doorheen moeten.
De oogkamer bevindt zich tussen het hoornvlies en de iris (het gekleurde deel van je oog).
Doordat de lichtgolven ook hier doorheen moeten, wordt de oogkamer ook een lens genoemd.
Wanneer het licht door het hoornvlies en de oogkamer is gegaan, valt het op de binnenste lens.
Deze lens werkt als de lens van bijvoorbeeld een fototoestel.

Hij is soepel en kan makkelijk van vorm veranderen. Door zichzelf platter of boller te maken,
kan de lens scherp stellen (en kun je dus zowel dichtbij als ver weg scherp zien).
Dit scherp stellen doet de lens met behulp van speciale spiertjes.
Deze trekken de lens plat of maken hem bol.